Shop

Basislager

  • Blog
  • Shop

Waterdicht of waterafstotend?

Inhaltsverzeichnis

Wiebke in de stromende regen

Worst case scenario: het is de tweede dag van je twee weken durende wandeltocht. Je rugzak zit vol met belangrijke spullen en de enige kleren die je bij je hebt, heb je aan. Tussendoor wassen is (volgens sommigen) toch niet nodig. Dan begint het te regenen en zo te zien, waaien de buien niet snel over. Wat nu?

Een van de meest vervelende beweringen is dat er niet zoiets bestaat als slecht weer, alleen slechte kleding. Toch is het waar, want in de hierboven beschreven situatie zal alleen de juiste regenkleding je redden van natheid, kou, drukpunten en blaren.

Maar hoe weet je nu wat het verschil is tussen goede en slechte regenkleding? Wat is echt waterdicht? In dit artikel leggen we je het uit.

De waterkolom

De waterkolom bepaalt de criteria aan de hand waarvan de waterdoorlaatbaarheid van een stof of een membraan wordt gemeten.

Met andere woorden: hoe snel laat een stof of een membraan water door?

De buitenkant van het materiaal wordt blootgesteld aan water. De waterdruk begint bij nul en loopt dan langzaam op. De waterkolom neemt, afhankelijk van de norm, toe met 100 millimeter waterkolom of 600 millimeter waterkolom per minuut.

Daarna wordt gekeken hoelang het duurt voordat drie druppels water door de stof heen komen. De op dat moment werkende druk wordt dan uitgedrukt in millimeters waterkolom.

Zoals dat gaat bij het bepalen van een norm, wordt het natuurlijk een beetje een technisch verhaal. Voor kleding bestaat er de Europese standaard DIN EN 343:2010-05 (beschermende kleding tegen regen).

Hier wordt rekening gehouden met verschillende factoren zoals:

  • de waterkolom
  • de waterdampdoorlaatbaarheid (RET-waarde)

Of je nou aan de buitenkant nat wordt of aan de binnenkant door zweet, maakt zelden een verschil. Maar daarover later meer. Hieronder vind je een overzicht van waterkolommen en wat de waarden betekenen:

  • 1.000 mm: vergelijkbaar met de druk veroorzaakt door een liggend persoon met een gewicht van 80 kg en een lengte van 1,80 m
  • 1.500 mm: waarde waarboven textiel in Duitsland, maar ook in Nederland en België, over het algemeen als waterdicht wordt beschouwd
  • 4.000 mm: waterdicht volgens de EMPA (Eidgenössischer Materialprüfungs- und Forschungsanstalt), federale laboratoria voor materiaaltesten en onderzoek in Zwitserland
  • 5.000 mm: vergelijkbaar met de druk veroorzaakt door een zittend persoon met 80 kg
  • > 10.000 mm: waterdichtheid bij goede outdoorkleding
  • 14.000 mm: vergelijkbaar met de druk veroorzaakt door een knielend persoon met een gewicht van 80 kg

Welke meetmethodes bestaan er?

Er zijn verschillende methodes om de waterkolom te bepalen en daardoor kunnen de resultaten soms voor verwarring zorgen.

In principe wordt de waterkolom bepaald door een waterdrukproef, meestal de zogenaamde Suter-test. Hier wordt het materiaal blootgesteld aan een toenemende waterdruk totdat het materiaal water doorlaat. Zodra de derde druppel naar binnen is gedrongen, wordt de test beëindigd en wordt de tot dan toe verstreken tijd gebruikt om de waterkolom te berekenen.

De mate waarin de waterdruk gedurende de test wordt verhoogd, verschilt echter afhankelijk van de gebruikte norm en ook de laboratoriumomstandigheden zijn niet altijd identiek. Dit is de eerste reden waarom de waterkolom meer gezien moet worden als een richtwaarde waaraan andere factoren zoals getapete naden, het aantal gebruikte lagen of de algemene verwerking van een materiaal moeten worden toegevoegd.

Dan is er nog een tweede doorslaggevend verschil, waarmee rekening moet worden gehouden bij de door de fabrikanten opgegeven waterkolommen. Dit betreft voornamelijk tenten. In de VS wordt de waterkolom anders bepaald dan in Europa.Daar wordt het materiaal eerst blootgesteld aan verschillende snelle verouderingsprocessen om het materiaal na vijf jaar gebruik na te bootsen.

Vervolgens wordt de waterkolom gemeten, wat natuurlijk leidt tot aanzienlijk lagere waarden dan voor Europese waterkolommen. Praktijktesten tonen dan vaak aan dat een Amerikaanse waterkolom van 3000 mm dichter is dan een Europese.

In principe kun je een Amerikaanse waterkolom 2 tot 3 keer vermenigvuldigen om ongeveer de Europese norm te krijgen.

Hoeveel waterkolom heb je nodig?

Zoals altijd hangt dit volledig af van wat je precies doet als het hard regent en wat de stof moet doorstaan tijdens de blootstelling aan water. Doorslaggevend hierbij is of er naast water ook druk op de stof wordt uitgeoefend. Zo maakt het bijvoorbeeld een verschil of we gewoon in de regen staan met een regenjas, of dat er sterke wind op het water op de jas drukt, of dat de schouderbanden van een zware rugzak druk uitoefenen op de schouder- en achterzijde die van buitenaf nat zijn en het water door de stof willen duwen.

Ook bij het zitten en knielen wordt een hoge druk op de kleding uitgeoefend. Hetzelfde geldt voor liggen, zitten en staan in een tent. Daarom moet je er in zo’n geval voor zorgen dat de waterkolom zo hoog mogelijk is.

Hier volgen een paar voorbeelden:

  • tentbodem en grondzeil: minstens een waterkolom van 5.000 mm
  • regen- of skibroek, waarmee je ook op een natte ondergrond kunt knielen of zitten: vanaf een waterkolom van 15.000 mm
  • hardshelljas die je onder een zware rugzak draagt: vanaf een waterkolom van 20.000 mm

Zolang weerbestendige kleding en textiel niet aan een bepaalde druk worden blootgesteld, is een beduidend lagere waterkolom natuurlijk ook voldoende.

  • luifels, buitententen en tarps: minstens een waterkolom van 3.000 mm
  • regenbroek die voornamelijk wordt gebruikt als bescherming tegen spatwater: een waterkolom van 10.000 mm is voldoende
  • hardloopjacks en fietsjassen die je zonder rugzak draagt: een waterkolom van 10.000 mm

Het verschil tussen waterdicht en waterafstotend is klein en hangt dus af van verschillende factoren: het soort blootstelling aan water, de duur van de blootstelling, de druk van het water op de stof (bijvoorbeeld door de wind, de rugzak of de drager zelf) …

Welke waterkolom voor jassen?

Goed nieuws: alle hardshelljassen zijn waterdicht, dat geldt in ieder geval voor de jassen die je bij ons in de shop kunt vinden. De meeste fabrikanten, zoals Mammut of Jack Wolfskin, beginnen met een waterkolom van minstens 10.000 mm en liggen daarmee al ver boven de norm waarmee een jas als waterdicht wordt beschouwd. De meeste regenjassen komen in de buurt van ongeveer 20.000 mm en sommige halen zelfs een waterkolom van 30.000 mm.

Maar vergeet niet: alles hangt af van wat je met de waterdichte jassen (of broeken) wilt doen. De waarden hebben bovendien betrekking op nieuwe jassen. Gebruikte en versleten stoffen en membranen verliezen de eigenschappen die ze hadden toen ze nieuw werden gekocht.

Het is ook belangrijk om je jas regelmatig te impregneren. Bij een goed geïmpregneerde jas blijft het water niet lang genoeg aan het oppervlak om door de wind door het materiaal heen te worden geduwd.

En nog iets

Ademend maar ook waterdicht. Het 3-laags laminaat GORE-TEX® Pro.

Zoals gezegd verwijst de waterkolom naar de waterdoorlaatbaarheid van de stof. Ook andere componenten kunnen een doorslaggevende invloed hebben op de beschermende functie van een jas. Door een slechte rits aan de voorkant kan er alsnog veel water in een jas komen, vooral bij tegenwind. Slecht gevormde capuchons zijn eveneens een punt waarop je moet letten. Verder zijn getapete of gelaste naden belangrijk, want naden kunnen zwakke plekken zijn, waardoor water naar binnen kan dringen.

En natuurlijk is het ademend vermogen van een jas essentieel. Dit wordt ook wel de waterdampdoorlaatbaarheid genoemd.Wat heb je aan een jas die van buitenaf zo dicht is dat deze het zweet dat je produceert niet kan afvoeren? Dan word je aan de binnenkant alsnog nat en dat is nauwelijks beter dan aan de buitenkant nat worden. Het enige verschil is dat je aan het begin nog iets warmer zult blijven. Cruciaal hierbij is een membraan zoals Gore-Tex, dat een minimaal ademend vermogen toelaat.

Teile den Artikel mit anderen Bergfreunden

Bergfreundin Wiebke

Ein sonniger Tag (nicht zu heiß, nicht zu kalt), an einem schönen Kletterfels nicht zu voll, nicht zu leer, mit lieben Freunden und Hund. Was kann es schöneres geben. (außer siehe Kaiserschmarren).

Write a Reply or Comment

Deine E-Mail-Adresse wird nicht veröffentlicht. Erforderliche Felder sind mit * markiert

Entdecke die passenden Produkte im Bergfreunde.de Shop

Diese Artikel könnten dir auch gefallen